Alex Van Haecke

MIJN GELIEFDE BRASSCHAAT!

Toen ik, 17 jaar, in de lente van 1966 voor het eerst in Brasschaat kwam, omdat ik, Schotenaar, lid was geworden van de Brasschaatse Atletiek Club, overviel mij een onvervalste coup de foudre. Ik werd namelijk op slag dolverliefd op die prachtige gemeente. Ik werd onmiddellijk opgenomen in een formidabele vriendengroep, leerde via de sport Mieke kennen, in 1972 trouwden we en van dan af wist ik dat ik nooit nog ergens anders zou kunnen gedijen.

Ik ben geen gematigde diplomaat, geen gedreven politicus. Ik ben ook geen idealist, maar eerder een realistische romanticus. Op sommige terreinen zelfs een einzelganger. Ik heb het dan ook nooit over macht, maar over leiderschap, niet over politiek, maar over hanteren van gedachtegoed.

Van kindsbeen af en zeker tijdens mijn carrière als theatermaker heb ik veel nagedacht, veel gedurfd en veel gedaan. En dat lang vooraleer er een nieuwe Vlaamse beweging op gang kwam, oprijzend uit de as van haar voorganger. Het was dan ook bijzonder merkwaardig dat die frisse politieke wind aangewakkerd werd door die drie pijlers van mijn gedachtegoed. Denken. Durven. Doen. Daardoor manifesteerde er zich in mij een organische aantrekkingskracht naar die nieuwe beweging toe. En toch bleef ik in de openbare praktijk neutraal. Schijnbaar ver weg van de soms verguisde, dan weer schimmig-onduidelijke politieke arena.

Tot minister Jan Jambon bij ons in de living aan tafel kwam zitten. Met de vraag of ik een bijdrage zou willen leveren aan vooral het culturele aspect binnen het beleid van een aantrekkelijke gemeente zoals de onze. 

Ik ben 70 intussen en heb onlangs een boek uitgegeven. Een manifest in verhaalvorm. Mijn geestelijk testament. Met kritiek op en over van alles en nog wat. En toen Jan me die vraag stelde, besefte ik dat ik ja moest zeggen. Dat ik niet langer wat schamper glimlachend aan de zijlijn kon blijven vegeteren. Dat ik consequent zou kunnen zijn met zowel hetgeen waarover ik gans mijn leven had nagedacht als met hetgeen ik gedurfd en gedaan had.

Vandaar, mijn geliefde Brasschaat, dat ik me hier en nu en zeker op 14 oktober aan jou presenteer om je daarna, naar ik hoop, van dienst te kunnen zijn.

Ferme knuffel.

Alex.