U bent hier
Vlaanderens Mooiste
Kijkt u morgen of straks - De Gazet is zalig bij het zondagontbijt, met de bedwelmende geur van weekendkoffie en de krokante kruimels van pistolekes - naar de Ronde van Vlaanderen? Wijlen mijn vader was een sportkijker van het eerste uur. In het begin van de jaren zestig begon de Openbare Omroep zich te bekwamen in live sportverslaggeving. De VRT was net van naam veranderd: de zender werd omgedoopt van NIR (Nationaal Instituut voor de Radio) naar BRT. Vader had na lang sparen een nieuwe televisie gekocht, een ACEC, een Belgisch merk. ACEC haalde toen een even grote omzet als Philips. Het was een zwart-wit toestel met korrelig beeld, van kleurentelevisie was nog lang geen sprake, maar wel een met ‘n groot scherm: zestig centimeter diameter. Nu staat er een haarscherpe smart-tv met een diagonaal van honderdzestig centimeter voor mijn neus. Toch kon die Acec op veel belangstelling rekenen. Zeker als er voetbal of koers werd uitgezonden. Dan kwam mijnheer de onderpastoor kijken, en buurman De Laet met zijn twee oudste zonen, en de andere buurman, mijnheer Coppieters met zijn vriend Charel, ze hadden allemaal nog geen tv. Soms zaten we met 12 of meer sportliefhebbers in die kleine woonkamer. Er werd een tribune gebouwd met stoelen en een sofa, ik zat op de eerste rij op een omgekeerde houten bierkrat van Stella. Memorabele momenten. 26 september ‘62, Anderlecht schakelde het ongenaakbare Real Madrid uit, de Koninklijke Falanx met wereldsterren als Di Stefano en Gento en Puskas in zijn rangen. 65.000 Toeschouwers in het Heizelstadion, en ook bij ons thuis was het volle bak. Vijf minuten voor het einde, 0-0, Rik De Saedeleer tegen Jef Jurion “Jef, doe nu eens iets… JEF… GOOOAL!” Tientallen fotografen stormden de grasmat op, dat kon toen nog, ik danste met de onderpastoor en de buurjongens op onze eettafel (Mechelse makelij, die kon ertegen, ze staat nu bij mijn zus). 11 augustus ‘63, het WK wielrennen in Ronse. Rik Van Looy, idool van vader, zou voor de derde keer in vier jaar wereldkampioen worden. Alles ging goed tot Benoni Beheydt hem in de laatste meters wegdrumde. Een Belg wereldkampioen, maar mijn vader sprak gedurende twee dagen geen woord meer. Toen is de kiem gelegd. Vele mensen onthouden jaartallen en perioden aan de hand van belangrijke gebeurtenissen in hun persoonlijke leven. Bij mij is het anders. Mijn dochter is geboren drie dagen na de uitschakeling van de Rode Duivels op het WK in Italië, Belgie-Engeland 0-1 (onverdiend), 26 juni 1990.
Morgen volg ik de Ronde in het Walhalla, het Elysium van de helden, hoog boven de wolken, op de Oude Kwaremont. Mijn dierbare vriend Wim, een Westvlaming (nobody is perfect), heeft daar van zijn ouderlijk huis een knus buitenverblijf gemaakt met immense tuin. Elk jaar nodigt hij de zondag van de grote koers al zijn maten en familieleden uit. De hele dag barbecue, gin&tonic bar, overal flatscreens. De renners passeren drie keer voorbij de poort, dan stormen we telkens naar buiten, roepen hard ‘Tom Boonen” en wuiven als idioten naar de helikopters.