Ons Eerste Huis

Op 14 januari 2017, over deze onderwerpen: TV-columns door Carl Huybrechts
Ons Eerste Huis

Wat een krap kadertje. En dat voor een Antwerpenaar, een ras dat vanzelf al uit zijn voegen barst. Ik zal het kort moeten houden. Men zegt: de Belg wordt geboren met een baksteen in de maag. Dus programma’s over bouwen en verbouwen lijken interessant. Ons Eerste Huis op Vier is er 1 van. Samen met Bartel Van Riet vertimmeren 3 koppels hun huisje, bijgestaan door een stel ouders en/of schoonhouders. Bartel Van Riet is de avonturier/tuinman die uitsluitend ten tonele verschijnt in werkmansshort , met daaronder Noorse sokken en zware bergschoenen en voorts even slordig Nederlands spreekt als hij eruit ziet. Zo opende hij de jongste aflevering in het tussentaaltje dat hem eigen is: “Acht weken verbouwen eisen zijn tol”. Zelfs met modder en snot besmeurde veldrijders in live interviews na een zware cross praten anno 2017 doorgaans keuriger. Van presentatoren wordt dat vandaag niet meer verwacht.

De stulpjes van de drie families liggen een behoorlijk eind uit elkaar. De Rousseau’s zijn aan de slag in Rieme (de streek van Eddy Wally) , die van Wouters knutselen in Zwijndrecht en  de Misseghers doen dat in Gentbrugge. We hoppen voortdurend en veel te snel van de ene werf naar de andere. Een gelegenheidskijker als ik raakt er het noorden door kwijt, je weet al gauw niet meer over welke haag je meekijkt. In Ons Eerste Huis draven behalve Van Riet geen bekende Vlamingen op, een verademing zou je denken. Maar wat gewone Vlamingen uit de hele gouw met elkaar gemeen hebben, of ze nu in Rieme, Zwijndrecht of Gentbrugge wortel schieten, is dat ze heel gewoon zijn. En die eigenschap komt in dit programma ruim aan bod. Het is niet echt boeiend  gewone mensen gewone dingen te zien doen die je zelf thuis ter gelegener tijd ook gewoon doet. Zoals met kruiwagens potgrond heen en weer rijden, plantgoed uitpakken, een raamkozijn schilderen. Tussen die gewone mensen is er altijd wel eentje die van de aanwezigheid van camera’s gebruik maakt om echt in de kijker te lopen. De plezante uithangen heet dat in gewone taal. Zoals … die van zijn vrouw een plaagstoot onder de vliegdende rib kreeg en spontaan zei: “Recht eup mijn darmen joengene, sebiet krijg ik daar instant diarree van”. Zij repliceerde droog “Daar staat een emmer”. Opa Erik van de clan Wouters prees zichzelf aan: “Dan komt mijn ware aard boven, een beetje gek doen”. Hij liet zich in een grote kartonnen doos gevuld met piepschuimkorrels zakken. Met een verhuiskarretje werd die doos afgezet voor de deur van de jarige buurvrouw. Zelfs de gemidelde Zwijndrechtenaar kon van mijlenver zien dat er iemand in die doos zou zitten. Maar de buurvrouw was toch verrast. Alsof al het gemier met scheppen en rieken en hamers en boren niet volstaat, worden telkens  van elke familie ook nog ’s twee leden verzocht een speciale opdracht uit te voeren. Dit keer moesten ze in een houtzagerij met grote handzagen en kliefhamers enkele boomstammen te lijf. Een rare proef die eigenlijk niets met het programma te maken had. De onhandigheid spatte met de spaanders uit het scherm. Iemand wat verder op het bankstel vroeg van achter zijn Ipad: “Ben jij naar Ketnet aan het kijken?”

Gelukkig voor Van Riet keerde het gezelschap terug naar de tuintjes, en daar is hij in zijn element. Ik leerde dat varens in de tuin goed zijn tegen luizen. Dank u wel Bartel, voortaan verplicht op alle vensterbanken in alle kleuterscholen: bloembakken met varens.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is