U bent hier
'Ik speel al mijn hele leven dat ik sportjournalist ben'
Bij Carl Huybrechts (61) is niks wat het lijkt. De rebel die ooit met een bombardon om de nek 'Sportweek- end' presenteerde, wil nu meer ernst in de media. De macho met krullen is een toegewijde deeltijdse huisman. De N-VA-er die Bart De Wevers dieetboek schreef, noemt Patrick Janssens nog steeds een vriend. Maar als het over België gaat, verheft hij zijn stem: 'Dit land marcheert niet meer!'
Het contrast kan moeilijk groter zijn. Enkele weken geleden stond Carl Huybrechts (61) nog in het oog van een kleine mediastorm toen hij Annemie Peeters live in de ether een "gratenkut" noemde. In zijn huis in Brasschaat ontvangt hij ons samen met Rik (2). Mama Anouk Mertens is gaan werken en broertje Kiet (6) zit nog op school en wordt straks afgehaald. Er worden boterhammen gesmeerd en wanneer er wat gesteggel is over wie er op de iPad mag spelen, grijpt papa Carl kordaat maar liefdevol in. De ruwe-bolster-blanke-pitmetafoor is op weinig mensen meer van toepassing dan op deze man.
Om ervan af te zijn handelen we nog even het akkefietje met Annemie Peeters af. Toen ze hem veertien dagen geleden in Peeters & Partners (Radio 1) belde over de pas overleden Rik De Saedeleer liep het mis. "Ach, het was eigenlijk een misverstand en het is al lang uitgepraat. Ik was door haar redactie gevraagd om iets over De Saedeleer te zeggen. Toen ik in de ether kwam, bleek het gesprek te passen in een thema: 'over de doden niets dan goeds'. En toen Annemie me vroeg om iets over de kleine kantjes van mijn geestelijke vader te zeggen, werd ik boos. Ik was de dag voordien nog in mijn eentje naar het graf van Rik geweest in Knokke. In de gietende regen. Een erg emotionele gebeurtenis voor mij. Ik was zowat zijn aangenomen zoon.
"Als ik had geweten dat het zou gaan over zijn 'kleine kantjes' dan had ik vooraf gezegd dat ze iemand anders moesten zoeken. En dat woord 'gratenkut' gebruikte ik alleen omdat ik weet dat Annemie een sterke vrouw is. Ze kan tegen een stootje en we kennen elkaar al langer."
Je begon in 1974 bij de BRT als losse medewerker op de sportredactie. Dat is een eeuwigheid geleden. Toch heeft je komst veel veranderd. De legendarische kolderieke interventies in Sportweekend maakten toen de weg vrij voor Mark Uytterhoeven en andere creatievelingen.
Carl Huybrechts: "Ik hoor dat de laatste tijd wel meer, toen stond ik daar natuurlijk niet bij stil. Toeval bestaat niet, maar ik herinner me nog dat ik rond 1985 in het populaire programma Namen noemen zat. Na tien afleveringen moest je stoppen en ik stelde voor aan producer Paul Jacobs om Mark Uytterhoeven in mijn plaats te nemen. Mark was toen al de grappigste mens die ik kende na Gaston Berghmans. Het programma werd zijn doorbraak en daarna leidde de weg recht naar Woestijnvis."
De sportredactie was toen de meest creatieve plek van de BRT. Jij presenteerde Sportweekend met een bombardon om je nek. Het land stond op z'n kop.
"Ik heb ooit de hele volgorde van Sportweekend omgegooid om te eindigen met de match van zaterdagavond: RWDM-Anderlecht. Die was uitgedraaid op een bloedbad met massa's rode kaarten. Tijdens het fragment liet ik me een blauw oog en een ontbrekende voortand schminken waarna ik lispelend het programma afkondigde. Het is in die sfeer dat mensen als Uytterhoeven en Wouter Vandenhaute terechtkwamen. De rest is geschiedenis.
"Gelukkig kon de toenmalige hoofdredacteur Wim De Gruyter daar wel mee lachen. Ook Rik De Saedeleer moedigde ons aan om buiten de lijntjes te kleuren. Ik was geen pionier. De eerste die vanuit een interessante zijstraat naar sport keek was Yvan Sonck. Hij was jong, grappig en had een heel droge humor die ons altijd plat kreeg. Toen ik in 1974 begon werd voetbal nog in zwart-wit uitgezonden en zei de presentator altijd welke ploeg er in 'donkere uitrusting' speelde. Sonck liet zich op een keer ontvallen dat 'beide ploegen in korte broek spelen'."
De problemen begonnen later, met Daniël Mortier.
"Ik won in die tijd vier keer Humo's Pop Poll als bekwaamste tv-figuur. Dat wekte wrevel bij sommigen op de BRT. Mortier had het heel moeilijk met de populariteit die Mark en ik verworven hadden. In 1988 mocht ik Sportweekend niet meer presenteren. Ik ben toen naar Cas Goossens gestormd op de negende verdieping en heb ontslag genomen."
Dat betekende wel je grote doorbraak in Nederland.
"Opnieuw moet ik zeggen dat toeval niet bestaat. De vrouw van de Nederlandse sportjournalist Felix Meurders werkte voor producer Ireen van Ditshuyzen die aan de wieg stond van Nederland 3. Ik was bekend in Nederland omdat er in die tijd naast twee miljoen Vlamingen ook een miljoen Nederlanders naar Sportweekend keken. Ik werd gevraagd om TV3 te presenteren, een talkshow over cultuur. Van de baas van het Holland Festival tot de man die sigarenbandjes maakte voor Koninginnedag. Dat programma heeft Nederland 3 mee op de kaart gezet: we gingen snel van 250.000 naar een miljoen kijkers en ik werd verkozen tot beste presentator van Nederland. Het was een verre voorloper van De wereld draait door."
En toch keerde je terug naar de BRT om er weerSportweekend te gaan doen? Waarom? Heb je daar nu geen spijt van?
"Frank Raes heeft dat ook eens tegen mij gezegd. Volgens hem had ik voltijds presentator moeten worden. Ik ben in die periode ook begonnen met The Night of the Proms en ik deed ook de Gouden Schoen. Toch wilde ik terug naar de sportredactie. Let op, ik ben in feite een acteur. Ik heb mijn hele leven lang de rol van sportjournalist gespeeld. Ik heb niet de brandende ambitie om de waarheid te achterhalen of primeurs boven te spitten. Er schuilt geen Hans Vandeweghe in mij. Ik was een bruikbare frontpagina voor de sportredactie. En uiteraard stak ik ook wel iets op over voetbal van Rik De Saedeleer. Dat was een voetbalhogeschool op zich.
"Financieel is het in elk geval een slechte beslissing geweest om uit Nederland weg te gaan, maar ik wist ook hoe precair dat succes was. TV3 was een steengoed programma omdat Ireen van Ditshuyzen me omringde met een heel goede redactie. Ik heb daarna nog wel in Nederland gewerkt. Zo leidde Mies Bouwman me op om Telebingo te presenteren. Dat was een soort reizend volkstheater dat in heel Nederland neerstreek. Ik herinner me dat er soms twee bussen zestienjarige meisjes afzakten naar een boerendorp om een handtekening van me te bemachtigen. Het contrast met de BRT was wel héél groot.
"Een van de hoogtepunten in Nederland was toen ik in 1998 mee in de omkadering van het WK voetbal zat voor de NOS, samen met Johan Cruyff. Daar ben ik nog altijd trots op."
Deed je dan twee jobs in die tijd?
"Inderdaad. Tussen 1990 en 1996 werkte ik voltijds voor de sportredactie van de VRT én voltijds voor de Nederlandse televisie. Zowel voor mijn gezondheid als voor mijn relatie was dat fataal. Ik ben in een depressie terechtgekomen en het heeft een tijdje geduurd eer ik daar weer uitraakte."
Hoe ben je daar dan in geslaagd?
"Kijk, een depressie als gevolg van burn-out of een relatiecrisis is te vergelijken met een beenbreuk. Je geneest daarvan. Het enige verschil is dat je niet weet wanneer. Ik leerde ook Anouk (Mertens, finaliste Miss Belgian Beauty en Miss België, eerst Vice President Television bij Telenet en nu verantwoordelijk voor de audiovisuele activiteiten bij Sanoma, KvdB) kennen.
"Mag ik een beetje filosofisch worden? Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik mijn leven kon sturen. Ik heb altijd de dingen gedaan die mij overkwamen. Het leven is als een rivier: soms een machtige stroom, soms een klein beekje. Soms is het wateroppervlak rimpelloos en dan word je weer meegevoerd door draaikolken. Na tien jaar - Anouk was toen 33 en ik 54 - zei ze plots dat ze kinderen wilde. Ik gaf nog wat tegenargumenten (lacht), maar nu ben ik opnieuw vader. Ik moet zeggen dat me dat goed afgaat."
Als oude rot in het vak moet je de recente evoluties in medialand, zoals de komst van VIER, kunnen inschatten.
"VIER moet de tijd nemen en krijgen om te groeien. VTM heeft er ook vijf jaar over gedaan om de VRT in te halen en voorbij te steken. De VRT heeft, onder impuls van Aimé Van Hecke die Woestijnvis binnenhaalde, de achterstand uiteindelijk kunnen dichtfietsen en ombuigen in een voorsprong. Bij VIER zal het ook nog even duren."
Je schrijft nu ook columns over televisie. Dat is niet zo handig als je zelf nog ambities hebt op tv-gebied.
"Ik denk daar allemaal niet zo over na. Ik zit veertig jaar in het vak en ik weet hoe televisie gemaakt wordt. Ik zeg niet dat ik het beter kan dan de mensen die ik in mijn columns op de korrel neem. Maar ik herken wel het verschil tussen wat echt is en wat fake is. Ik kan niet tegen dingen die fake zijn. Daarom ontgoochelt Café Corsari mij. Tomas De Soete en Freek Braeckman moeten vooral niet proberen om grappig te zijn. En niet alles wat van Studio Brussel komt, is ook goed op televisie.
"Hoe ouder ik word, hoe meer ik hunker naar mensen die hun taal beheersen en een beetje diepgang kunnen brengen. Zo luister ik wel graag naar Lieven Vandenhaute, naar Annelies Beck of naar Ruth Joos. En ja, ook Annemie Peeters, maakt goede radio."
Je bent sinds oktober gemeenteraadslid voor N-VA in Brasschaat. Mag ik dat een 'bocht' noemen? In 2000 stond je op de lijst van Patrick Janssens en ook in 2006 steunde je zijn campagne. Kom jij uit een Vlaams-nationalistisch nest?
"Ik kom eigenlijk uit een katholiek nest. Een ACW-nest zelfs, want mijn vader was bij de KWB. Hij was een hoogopgeleide onderwijzer; hij mocht lesgeven in het regentaat. Hij was gelovig, had een lidkaart van de CVP, maar hij was ook een marxist.
"Toen ik ging studeren aan het RITS zat ik bij het Anti-Repressiefront (ARF) in Brussel tegen het politiegeweld. Ik ging met de PVDA nog theater spelen op straat om de mensen een geweten te schoppen. Ik voelde me toen extreem-links en nu draag ik links."
Voel je je dan wel thuis bij de N-VA?
"Het sociaal-economische programma van de N-VA kan je volgens De Wever zo naast dat van de Duitse groenen leggen. Er is weinig verschil. Natuurlijk zijn de standpunten over migratie en justitie iets flinker, maar dat vind ik best oké.
"Kijk, Bart De Wever is geen racist. Wie dat zegt, kent hem niet. Hij heeft zelfs een mannelijke poetshulp van vreemde origine. Maar de samenleving is wel veranderd natuurlijk. Toen ik nog een kind was ging ik met mijn grootmoeder en haar zussen naar de kade van Antwerpen om de Congoboten te zien toekomen. Daar zag je zwartjes in levende lijve. Dat was een attractie.
"Op het voetbal zagen we soms Zwarte Jef, een zwarte die snoep verkocht. "Lak'm, lak'm bomma!", riep die dan. Als je een pakje wilde, gaf je een frank door van de bovenste rij van de tribune, helemaal naar beneden waar hij stond op de sintelbaan. Dat muntstuk werd dan naar beneden doorgegeven en het pakje snoep kwam, tien rijen hoger, op zijn bestemming. Nu zou een zwarte snoepverkoper verrot gescholden worden en als je een euro aan je buurman zou doorgeven op het voetbal, ben je hem na drie rijen kwijt.
"Mijn mening is eenvoudig. Niet alleen de stad is van iedereen; de wereld is van iedereen. In mijn straat ken ik al mijn buren. Om de hoek ken ik al wat minder mensen, maar ik ken altijd iemand die die mensen wel kent. En zo kom je al snel tot in het zuiden van Afrika. Iedereen heeft het recht zich te vestigen waar hij wil en er een leven op te bouwen. Maar om dat leven de kunnen opbouwen, moet je wel bepaalde concessies doen."
Hoe ben je destijds bij Patrick Janssens terechtgekomen?
"Ik kende hem van het voetbal, bij Beerschot. En dat klikte wel. Ik heb zijn campagne gesteund, voor 75 procent omdat ik hem sympathiek vond en voor 25 procent omdat ik extreem-rechts niet de overhand wilde zien krijgen in Antwerpen.
"Onze vriendschap is bezegeld op mijn boot. Ik heb een motorboot in de jachthaven op Linkeroever. Er is niets mooiers dan op een zonnige zomeravond Antwerpen binnenvaren. Op een dag belde ik Patrick dat ik een tochtje wilde maken. Hij had het erg druk als burgemeester, maar hij had het in die tijd moeilijk op privévlak. Hij kwam snel naar Linkeroever en toen ik met hem de Schelde afvoer en hij zijn stad in de zon zag blinken, liepen er tranen over zijn gezicht. "Dit had ik even nodig", zei hij.
Ook mijn relatie met Bart De Wever is eigenlijk bekrachtigd op mijn boot."
Begrijp je dat het voor buitenstaanders moeilijk te volgen is. Janssens en De Wever staan lijnrecht tegenover elkaar.
"Ik was blij dat Patrick het gehaald heeft in 2006. Hij was ook een goede burgemeester. Mijn sympathie voor hem is niet afgenomen. Het probleem is dat ik geen vertrouwen heb in de kopstukken die het socialisme in ons land vertegenwoordigen. Die van de PS zijn mij iets te veel marchandeurs.
"Sinds ik moet zorgen voor deze twee bollekes (wijst naar Kiet en Rik, KvdB) is er toch wel wat veranderd in de manier waarop ik naar de samenleving kijk.
"Ik zal nooit burenlawaai maken. Ik heb een grote tuin, maar als ik een feest geef, dan doe ik dat ergens anders. Inzake sociale interactie wil ik mijn negatieve footprint zo laag mogelijk houden.
"Het spreekt me aan in het discours Bart De Wever dat hij ons aanmaant om wat meer voorkomend te zijn. Dat woord heeft twee betekenissen: er goed voorkomen, en voorkomen dat anderen zich storen aan wat je doet.
"Als wij hier met z'n vieren eten, dan wil ik dat mijn kinderen recht zitten en niet met hun ellebogen op tafel hangen. Goede manieren maken het leven aangenamer voor iedereen."
Mag ik samenvatten: niet de details van het N-VA-programma zijn voor jou belangrijk, maar de grondstroom ervan: het is tijd voor meer fatsoen?
"Dat is niet het enige hoor. Ik heb een groot probleem met de Belgische constructie. Ik heb ook recht van spreken want ik heb nogal wat verfranste Vlamingen in mijn familie; zowel in Brussel als in de Ardennen. Ik spreek zelf meer dan behoorlijk Frans en heb veel voor de RTBF gewerkt. Dat is nu trouwens afgelopen. Ik mag hun studio niet meer binnen. 'Tu as fait un choix', kreeg ik er te horen. Kiezen voor de N-VA is blijkbaar kiezen tegen de RTBF. Toen ik bij Patrick Janssens op de lijst stond, was dat geen probleem.
"Ik ben geen rabiate flamingant, maar ik kan niet begrijpen waarom de hele linkse wereld sympathiseert met de indianen van de Verenigde Staten en de Aboriginals in Australië en niet met de Vlamingen in de rand rond Brussel. Die worden ook van hun land gebulldozerd door de Franstaligen. En ook Brussel is totaal verstikt; die stad is elke authenticiteit kwijt. Ik vind dat de VRT moet verhuizen uit Brussel, net als alle andere Vlaamse instellingen, administraties en grote bedrijven. We moeten Brussel laten imploderen. Pas dan zullen de Brusselaars merken hoe belangrijk Vlaanderen is voor hen. Na tien jaar krijgen we dan Brussel terug, met een grote strik errond.
"Er wonen veel Nederlanders in de Antwerpse Kempen, zo'n 30.000, denk ik. Ik heb nog geen enkele van hen horen vragen om de Nederlandse vlag uit te hangen op het stadhuis van Brasschaat. Maar de Franstaligen willen wel de Vlaamse gemeenten rond Brussel inlijven. Ze hebben hoegenaamd geen respect voor de Vlaamse cultuur. Diep in hun binnenste beschouwen ze ons nog steeds als lompe boeren."
Je volgt dus de stelling van Geert Bourgeois dat alle bevoegdheden naar Vlaanderen moeten komen.
"Zeker. Ik wil niet dat dubieuze figuren zoals Laurette Onkelinx en Joëlle Milquet ingrijpende beslissingen nemen over de toekomst van mijn kinderen. Ze liggen daar ook niet wakker van; ze willen enkel de transfers naar Wallonië overeind houden."
Je wilde graag schepen worden in Brasschaat. Je werd wel verkozen maar de lokale N-VA-afdeling koos toch voor andere bestuurders.
"Is dat jammer? Ze zullen wel valabele argumenten hebben waarom ik het niet ben geworden. Achteraf bekeken is het misschien best zo. Ik kan me wel vinden in mijn rol als gemeenteraadslid. Ik kijk me grote ogen naar het werk dat zo'n schepen allemaal moet verzetten. Vooral het vele avondwerk zou voor mij een probleem zijn. Ik werk meestal 's avonds en ik heb met Anouk ook een mooi evenwicht opgebouwd over de verdeling van de zorg voor de kinderen. Als ik schepen was geworden, dan had ik toch moeten onderzoeken hoe ik dat mandaat had kunnen invullen."
Je noemt jezelf centrum-links, maar - met permissie - dat is gemakkelijk in een residentiële gemeente als Brasschaat. Eén Vlaming op de tien leeft in armoede. In Antwerpen is dat cijfer nog veel hoger.
"Het Belgische kader verhindert ons om op een efficiënte manier het armoedeprobleem - of om het even welk ander probleem - aan te pakken. Laat ons eerst het land splitsen om daarna in tien jaar tijd de armoede in Vlaanderen uit te roeien. Dat kan alleen als we de handen vrij hebben."
Copyright © 2015 De Persgroep Publishing - De Morgen - Karl Van den Broeck